top of page
Zoeken
Raf

Zomer 24

Bijgewerkt op: 22 aug.

Als zelfs Petra direct het zwembad in springt, als de kinderen hun bordje helemaal leeg eten, als ik als een babytje slaap, dan mag je concluderen dat we de vakantie goed begonnen zijn op onze tussenstop net boven Bordeaux.

En natuurlijk scheen de zon uitbundig, topte grandmère in de tuin de haricots verts, waren de wijnen bij het diner excellent (hoe kan het ook anders hier?) en had Severine mooie levensverhalen over uitdagingen, lessen leren en in beweging blijven.

En in beweging komen, dat moesten wij ook weer de volgende ochtend, door richting Santander.


A Room with a View.

Het toilet met het mooiste uitzicht. Althans van de toiletten die ik ooit bezocht heb. De meeste toiletten hebben helemaal geen uitzicht, opgesloten in een donker hoekje. Als er al een raampje is, dan is dat voor de frisse lucht. En eigenlijk is dat jammer. Het toilet is de plek bij uitstek om even weg te dromen bij een mooi uitzicht, om je gedachten even te ontlasten en daarna opgelucht of geïnspireerd je dag te hervatten. Ik maak me sterk dat als je twee, drie keer per dag je behoefte doet terwijl je een weids uitzicht tot je neemt, je een beter mens wordt.

Hier bijvoorbeeld in ons appartement aan de Cantabrische kust, net westelijk van Santander, zittend op de pot die op een betegelde verhoging staat, glijdt mijn blik door het raam over de duinen van Liencres en de baai, het estuarium van Mogro. Al naar gelang het tijdstip van je toiletbezoek, stroomt die baai vol met water uit de Cantabrische zee of juist leeg. Het verschil in die getijden is enorm. Is het eb dan is de baai een groot zandstrand langs een smalle geul water. Op dat strand komen dan grote kwijtgeraakte boomtakken te voorschijn. Aangeboeide bootjes vallen droog. Vogels strijken neer op zoek naar lekkere krabbetjes of zeepieren. Wordt het vloed dan verandert de baai in een brede rivier vol met scholen vers aangevoerde vis. Het strand wordt weer opgeslokt en de bootjes dobberen of varen uit. Een prachtige cyclus van de natuur om de 12,5 uur ongeveer, door niets of niemand in te dammen.

Tijdens mijn toiletbezoek vanochtend trekt het water zich terug.

Ik ben net terug van een ochtendlijk strandloopje. Drie keer het strandje van Mogro op en neer. Voorafgegaan door een serieuze warming up, dat hoort op mijn leeftijd. Langs de terug kabbelende waterlijn, op blote voeten over het zachte vochtige zand. Op een paar mannen met kleine hondjes op de boulevard na, had ik dit ochtendparadijsje exclusief voor mij. Tijdens de tweede heen en weer liet zowaar de zon zich zien. Het stormde en regende afgelopen nacht, maar de zon scheen klaar om haar opwachting te maken. Ze moedigde me aan om een extra tour te rennen. En al was het maar om ook haar aan te moedigen door te zetten, deed ik dat. Mochten ze dadelijk niet geloven dat ik drie keer heen en weer was gerend, konden mijn voetafdrukken getuigen.

Teruggekomen daar waar ik mijn slippers had achtergelaten, viel mijn oog op iets groens in het groengele duingras. Ik had mijn bril niet op, maar dacht gelijk: het zal toch niet! 

Reina was gisteravond ontroostbaar omdat ze haar bikinitopje nergens kon vinden. Nadat wij nog eens alle tassen en het hele appartement doorzocht hadden, moesten we concluderen dat het dan waarschijnlijk ergens buiten op het strand uit de tas was gevallen. Tranen, want hoe moet dat dan met het bikini topje, nu het vloed is en zo stormt, helemaal alleen in de zee. Daar kun je om lachen maar ik voel haar verdriet. Ik herken het, ik kan zelf net zo sentimenteel worden als ik iets kwijt ben geraakt. Ik beloofde haar om morgenochtend samen het strand af te kammen, want wie weet? De zee neemt en de zee geeft. Ja, ja dacht ik stilletjes, mooi voor op een tegeltje.

Vanochtend was ik dus vroeg wakker. De rest nog diep in slaap. En in plaats van te snoozen dacht ik, kom op het bed uit en bewegen. Goed voor mijn lijf en met name mijn knie, maar ook voor mijn hoofd. Het voelde goed, de stramheid uit mijn botten en spieren rennen en een frisse wind door mijn hersenpannetje. 

En zie mijn beloning, daar vlak bij mijn slippers op het strand: het groene bikinitopje! 

Hier op de troon met het mooie uitzicht betuig ik mijn dank aan de zee met haar prachtige levenscyclus.


Oversteken en golven breken

Kom op, we waden de baai door, klimmen de duinen over en dan duiken we de golven van de oceaan in.

Rein en Roos hadden weinig extra aanmoediging nodig. Het is dan ook een heerlijke stranddag. De stroming in de baai die nu langzaam leegloopt, is sterk. Hand in hand baggeren we door het water. Soms moeten we een stukje zwemmen. Aan de overkant rennen we de duinen op.

Hé pap, het lijkt of die man daar geen zwembroek aan heeft.

Dat lijkt maar zo denk ik, zeg ik, want zonder bril zie ik niet zo scherp op afstand. Maar even later lopen we inderdaad over een naaktstrand. Weinig vrouwen, vooral gebronsde mannen die onder parasolletjes liggen of als stokstaartjes op de duintoppen naar de zee of naar elkaar staan te koekeloeren. We zijn niet de enige gekleden, er steekt een klasje surfers door die duinen, dus we hoeven ons geen indringers of ongenode gasten te voelen.

De duinen rennen we af het strand op en zo de aanrollende golven tegemoet. Flinke jongens trouwens zo van dichtbij. Natuurlijk kijken de dames eerst even het kunstje af, maar al snel gooien ze hun aarzeling overboord. Hand in hand met de borst vooruit breken we de golven. Het water spettert om ons heen. Daarna de hoogste golven uitzoeken, op tijd springen en zover mogelijk meeliften. Ze gooien je soms in de centrifuge en we hebben de grootste lol. 

Maar wie het laatst lacht lacht het best. En dat is de zee. Want een net iets te hoge golf waar ik overheen probeer te springen, doet de hamstring in mijn linkerbeen verrekken. Strompelend duurt de terugweg iets langer.


Just another day

Ik ga zwemmen vanochtend vroeg. In de baai trek ik denkbeeldige baantjes. Schoolslag, rug- en zowaar weer eens borstcrawl. Goed voor mijn pijnlijke rechterknie waarin volgens de fysiotherapeut een beginnende artrose huist. En volgens mij ook goed voor mijn rechterbeen met die verrekte hamstring. Er is nog nauwelijks iemand op het strand. Ik heb de baai, die alweer aardig is volgestroomd, voor mij alleen. Zo zou ik wel iedere dag willen beginnen. Dit is toch wat anders dan file zwemmen in de Geusselt. 

Ik douche me af op het strand en geniet even later fris en vrolijk van het ontbijt in ons appartement.

Na het ontbijt gaat Petra rennen. Vijf kilometer naar Playa de Usgo.

Wij pakken even later de strandtassen in. Handdoeken, beach tennis, boterhammetjes, fruit, koekjes, water en natuurlijk factor 50. Een kleine 5 minuten met de auto. Gratis parkeren boven op de heuvel. Een lange houten zigzag trap leidt naar een prachtig groot geel halve maan vormig strand ingesloten door hoge rotsen en heuvels. De zee is tropisch blauwgroen en van even tropische temperatuur. Aan de rechterzijde op het strand bieden de rotsen nog een lege strook schaduw. Het is heerlijk rustig en de paar mensen die er zijn aanbidden liever de zon.

De golven zijn ook hier lekker hoog. Ik doe het noodgedwongen rustig aan terwijl Rein en Roos zich weer proestend laten meesleuren. Niet veel later als ook Petra aangekomen is, liggen onze handdoeken alweer in de zon. Niet dat Petra langzaam rent, de zon klimt rapper. We schuiven op maar de zon is onverbiddelijk.

Rein en ik verbeteren ons persoonlijk record beach tennis, 26, en doen een dansje. Rosa graaft een diepe kuil. We lunchen, lezen, luieren. Zo kabbelt een heerlijke middag voorbij. 

Terug in ons dorpje, Petra mee in de auto, strijken we neer op het enige terras van het hotel-restaurant in ons dorpje waar ze ons inmiddels kennen en drinken ieder twee ijskoude Estrella Galicia.

Na de douche constateren we dat we ondanks de factor 50 aardig verbrand zijn. 

Rond 21 uur, we zijn al goed geïntegreerd, eten we terug op het terras vers gevangen vis. We zien de zon langzaam maar uiteindelijk toch nog best snel in de zee uitdoven, even gloeit de horizon roze en paars na.

De volgende ochtend zie ik hem vanuit onze slaapkamer boven de heuvel aan de baai weer opkomen.

Ik ga zwemmen.


Cabrones!

Wat een stelletje cabrones! Binnensmonds spreek ik al een aardig woordje Spaans. 

We waren vroeg vertrokken naar Covadonga in de Picos voor een mooie bergwandeling. Petra mijn bergmeisje, had zich er al weken op verheugd. Anderhalf uur gereden. De parkeerplaats had nog plek vrij en voor slechts 3 euro konden we de hele dag staan. Een vriendelijke jongen hielp bij de parkeermeter. Twee anderen in gele shirts hingen bij de ingang en wezen een paar wandelaars een busje in. Vast voor de minder goed ter been zijnden veronderstelden we. Op een site had Petra gelezen dat we vanaf de parkeerplaats direct aan de wandeling konden beginnen. We vonden zowaar de rode routepaaltjes. We belanden echter in een sanctuarium. Best mooi maar niet waar we naar op zoek waren. Een vriendelijke man die de heg stond te snoeien keek raar op toen we naar de bergmeertjes vroegen; "Maar dan moeten jullie eerst de bus of taxi pakken naar boven. Het is 12 kilometer te voet en met je eigen auto mag je daar niet komen."

We liepen teleurgesteld terug en zagen al snel een rij mensen staan wachten. Een meisje in geel shirt legde uit dat we konden aansluiten. 12 euro pp heen en terug. Twijfelend sloten we aan. Na 10 minuten nog niets. We besloten terug naar de parkeerplaats te lopen waar dus ook busjes vertrokken. Misschien is het daar goedkoper en minder druk. Nee, inmiddels een uur verder was de rij daar langer en de prijs hetzelfde. Waarom hadden die gele shirt jongens ons niet direct geïnformeerd, dan waren we al boven geweest! Acht personen per busje en er stonden meer dan dertig mensen. Ook het internet gaf niet thuis hier in de bergen, dus de site die Petra gezien had en mogelijke alternatieve wandelingen in de buurt konden we niet raadplegen. Na een half uur staan kniezen mochten we eindelijk instappen. Luister, zei de chauffeur, ik wil het vooraf gezegd hebben, boven is het zicht erg beperkt, het is mistig en fris. 

Ik was er klaar mee, dank voor de mededeling maar no, basta, gracias y adios! (hard op), wat een stelletje cabrones (binnensmonds hè) en ik beende weg. Gelukkig volgden Rein en Roos die toch al helemaal geen zin hadden in deze wandeldag snel waardoor ook Petra niet anders kon dan haar teleurstelling wegslikken.

Ik ga toch geen 50 euro betalen om boven op een berg in een Efteling-drukte aan te sluiten, niets te zien en dan weer een uur staan te wachten om naar beneden te mogen. Wat een stelletje idioten sputterde ik na tegen Petra, waarom zeggen die gele shirt jongens dat niet eerder?! Ze staan met de chauffeurs in contact via portofoons, hadden ze toch ook al kunnen laten weten toen we aansloten in die rij. Stelletje lapzwansen! We stapten in onze auto en waren weg zonder ze nog een blik waardig te gunnen.

Tot zover onze bergwandeling langs de Lagos di Covadonga.

Een half uurtje later parkeerden we afgekoeld en met behulp van het internet dat weer terug van weggeweest was bij een Bodega van waaruit we een mooie wandeling langs een bergbeekje maakten. Een hangbrug, een middeleeuwse duivelsbrug en een klein meertje maakten het helemaal af. Dit vind ik nu echt een droomwandeling pap, zei Reina: klauteren over keien, door dichtbegroeide bossen en met water. 

Na afloop gaven we het bespaarde geld uit aan een heerlijke worst- en kaasplank op het terras van de Bodega. Flesje lokale cider erbij uiteraard. Als je in Asturië bent doe je dat.


Knie

Of het nou de wandeling was of het suppen of het slenteren door Santander, mijn knie protesteerde hevig de laatste twee dagen in Cantabrië.

Het suppen leek me een goede balans oefening voor mijn beenspieren. Door de tegenwind en de stevige stroming moest ik helaas regelmatig op de knieën. Was wel leuk trouwens met mijn sup-mattie Reina voorop de plank. Petra vormde een team met Roos. De baai in, weer de nodige stokstaartjes op de duinen langs gepeddeld. Reina keek er nauwelijks nog van op: Kijk pap, die daar met zijn pielewiel net in het water, die staat zeker te vissen: Hmmm, lekker worstje zullen de vissen denken.

Het lijkt me inmiddels alsof die hele duinenrij een soort blote mannen vrijstaat is, met regenboog- en piratenvlaggen, waar overigens ook gekleden, want die waren er ook, welkom waren. Andersom trouwens, op de "gewone" stranden zonnen veel dames zonder bovenstukje. Verfrissend, ook om te constateren dat men hier blijkbaar toleranter is en minder preuts dan in ons landje.

Santander is een bruisende stad. Groot, niet te, maar wel weer net te groot voor onze Rein en Roos, die toch al niet echt het wandel DNA meedragen. Met lange gezichten slenterden ze zich voort. Zeven grote zandstranden, een haven, altijd goed voor activiteit in een stad, een zee-dierentuintje in een park op een schiereiland, veel jongelui, studenten en dus leuke barretjes en restaurantjes. Rondom El Sardinero, het stadion van Real Racing Club Santander, was een grote kermis en heel veel standjes met voetbalshirtjes. Rosa was op zoek naar het Athletic Bilbao shirt van Nico Williams, één van die geweldige vleugels van het Spaanse kampioenselftal. Niet te vinden! Of uitverkocht of, omdat het nog niet zeker was of hij naar Barcelona zou verkassen, uit de handel genomen. Mbapee was een goede tweede, en het Franse nationale tricot stond haar super.

Misschien toch ook het zwemmen, het beach tennis, de steile klimmetjes van strand naar appartement, allemaal ongewone bewegingen voor mij en mijn ledematen, die mijn knie zowat op slot gooiden.

Hoe dan ook, aangekomen in de Dordogne na een korte tussenstop bij het Guggenheim in Bilbao, lijkt de knie weer wat gewilliger. Een dagje relaxen in de auto en relatieve rust de laatste twee Spaanse dagen, worden blijkbaar gewaardeerd. Ook de hamstring houdt zich gedeisd mits geen onverwachte bewegingen.


Cantabrië --> Dordogne

Ondanks zwarte zaterdag reden we vlot door.

Moeiteloos schakelde Petra van Spaans naar Frans. Ik had iets meer moeite, met tanken, want ik gooide drie liter diesel in onze Euro 95 auto voordat ik door had dat ik een verkeerde slang had gepakt. De auto sputterde niet tegen gelukkig. 

Een kleine glamping met veel ruimte en privacy. Met een zwembad, een barretje en een mooi uitzicht over het glooiende groen.

Smalle weggetjes, pittoreske dorpjes. Uiteraard goede restaurants. Wel ook warmer. Aan zee brandde de zon maar een briesje en af en toe voorbijtrekkende wolken maakten het altijd aangenaam. Hier is het veel droger, praktisch windstil en is voor maandag code rood afgegeven.

Maar eerst zondag nog hoog bezoek uit Toulouse: Philippe en Eva maken hun opwachting, speciaal voor Petra's aanstaande verjaardag. Met een grote zak vol met pruiken, slingers, waterpistolen voor de kinderen, bloemen en een taartje voor de bijna jarige. Philippe is een goede vriend van Petra vanuit haar tijd in Parijs, alweer 25 jaar geleden, maar iedere keer als we in Zuid-Frankrijk zijn, wordt er een afspraak gepland. Het werd een heerlijke lange lunch op een terrasje in Monpazier.


Code Rood

Code rood maandag in Zuid-Frankrijk: 40 graden én Petra 48 jaar.

Met de pruiken van Philippe op hun hoofd en de waterpistolen in hun handen stonden Agent Green and Agent Pink alert om op de meest onverwachte momenten Petra te trakteren op een paar frisse stralen.

Onze kleine glamping bevindt zich binnen de driehoek Issigeac, Villereal en Monpazier. Drie dorpjes die alle drie prijken met het keurmerk Les Plus Beaux Villages de France. En ja, het zijn inderdaad mooie bastide dorpjes met een soortgelijke middeleeuwse kern. Maar heb je er een gezien heb je ze ook alle drie wel gezien.

Na een bloedhete (verjaar)dag aan het zwembad reden we in de vroege avond naar Issigeac, want dat herbergt een paar hele fijne restaurantjes. Het was uitgestorven. Alle restaurants fermé. Een café waar een paar locals aan hun pastis zaten spreekt me normaliter prima aan, maar nu hadden we honger en een verjaardag te vieren. Teleurstelling, maar Rein en Roos hadden wel mooi een half uurtje geslapen in de aangename koelte van de airco in de auto. Dan maar naar Villereal. Twintig minuten rijden. Aha, hier is iedereen dus. Het dorp had een marché gourmande georganiseerd en puilde uit met toeristen aan lange tafels met een fles wijn en een bord vol lokale lekkernij. Lokale muziek golfde over het dorpsplein. Nee, hier waren we nu ook weer niet naar op zoek. We zochten een beetje rust, ruimte, gezelligheid en een goed diner om Petra’s verjaardag waardig af te sluiten. Weer terug de auto in, twintig minuten naar Monpazier, het voor ons dichtstbijzijnde dorpje waar we al drie dagen op rij aangeschoven waren. En wat denk je? Lekker rustig in het dorp en precies nog een gezellig tafeltje voor vier vrij onder de druivenranken bij Bistro2: Merci et Prosecco s'il vous plaît.


Crowd-management

Donderdagochtend hadden de hordes zich dan toch nog naar Monpazier verplaatst. Meer Engels en Nederlands gehoord dan Frans op de markt. 

Ik weet niet of dat laten rouleren van de kuddes Hollanders en Engelsen onderling is afgestemd om zo het toerisme enigszins te reguleren en alle dorpjes hun inkomsten te laten genereren. Als dat zo is, dan lijkt me dat goed gedaan.

In het kader van crowd-management leent het Uffizi in Florence bijvoorbeeld stukken uit haar omvangrijke collectie uit aan musea in omringende steden, in de hoop dat het publiek zich zo opdeelt. Daar lijkt de Dordogne variant wel een beetje op.

Beter management in ieder geval dan in Covadonga.

Het is en blijft jammer dat de hordes meer kapot maken dan je lief is. Ik las ergens dat om dat enigszins te kenteren, de toerist eens moet beginnen om de vakantie iets minder om zichzelf te laten draaien en meer om de plek die hij/zij bezoekt. En dat het aan de lokale beleidsmakers en ondernemers is om het beste uit de toerist te halen.

Het lijkt erop dat ze hier in de Dordogne in ieder geval proberen die balans te zoeken. Als je wil kun je op hetzelfde moment heerlijk slenteren door een verlaten pittoresk dorpje en tegelijkertijd, als je meer van drukte en vermaak houdt, aanschuiven aan een volle tafel Hollanders in een ander dorpje. De keuze is aan jou.

Duurzaam en lokaal is het sowieso, behalve dan misschien die Prosecco. Al getuigt dat dan weer van een open mind van de toch nog steeds 'en plein public' als chauvinist bestempelde Fransman.

Iets wat ik overigens met klem wil tegenspreken, want de afgelopen vakantiejaren waarin we steeds Frankrijk aandeden ben ik die niet tegengekomen. In Parijs schijnen ze wel nog rond te lopen, hoor ik hier en daar. Maar die stad hebben we lekker links laten liggen. De drukte op de wegen daar vanwege de Olympische Spelen maakte dat we op de tweede zwarte zaterdag heel rustig via Troyes, Reims, de Ardennen naar huis reden. Ook een soort van crowd-management.

26 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page