Hoe vaak heb ik hier gewandeld met Pa en met Ma?
Vaak! Maar zelden samen, het was met de een of met de ander.
En hier, dat is op de Teverener Heide, randje Schinveld, Selfkant en Brunssum alwaar ik vandaag in mijn uppie wandel. Alleen en toch ook een beetje samen, in herinneringen.
Vroeger, voordat de pubertijd het wandelen helemaal in de ban deed, zondagochtend met Pa. Rond een uur of 11, het kerkbezoek was gelukkig al over het hoogtepunt heen: "Wie gaat er mee? Rode Beek, Koffiepoel of Wigge Wagge?"
De Rode Beek en Koffiepoel kun je zo vinden op GoogleMaps, maar Wigge Wagge? Het bekt lekker, maar waar die naam vandaan komt is me nog steeds een raadsel. Zou Pa die zelf verzonnen hebben om die bestemming speelser aan ons te verkopen? In het voornoemde rijtje kun je natuurlijk niet aankomen met Teverener Heide, daar struikel je met je tong al over. Maar Wigge Wagge?
Met tegenzin en onder protest, net zoals mijn meiden dat nu aantekenen als ik een wandelvoorstel doe, ging ik desalniettemin regelmatig mee, alleen of met mijn zusjes.
Pa wees op een mooi uitzicht: "kijk, zie hoe mooi, daarom noemen ze het hier ook wel klein-Canada".
"Diep inademen door je neus en uit via de mond, 3 x achterelkaar". Later, waarschijnlijk om ook zijn schouders soepel te houden, voegde hij daaraan toe dat je je armen gespreid omhoog moest meebewegen, dan kregen de oksels ook lucht.
Ma stond onderwijl thuis in de zondagse soep te roeren. Aspergesoep, champignonsoep, heldere groentesoep en mijn favoriet in die dagen, ossenstaart soep. Tegen de tijd dat we thuiskwamen was de zondagse tafel gedekt. Doordeweeks aten we in de keuken, maar zondag werd het tafellinnen uit de kast gehaald en over de eettafel in de achterkamer gedrapeerd. En het moet gezegd, die soep smaakte iedere keer extra lekker omdat we frisse neus en oksels hadden gehaald.
Pas een paar jaar geleden kwam ik hier weer regelmatig terug, met Ma. Kleinere afstanden. Rondjes rond de plassen.
"Heb je goed geslapen Mam?"
"Ja hoor, daar heb eigenlijk nooit moeite mee."
"Maar moet jij niet werken?
"Nee hoor, het is woensdag en dan heb ik vrij."
"En waar zijn de meisjes?
"Die zijn naar school want het is woensdag, die moet ik zo weer ophalen"
"Waar?"
"In Maastricht."
"In Maastricht?"
In haar eigen moerassige belevingswereld liep ze steeds verder vast, maar met haar arm in die van mij genoot ze wandelend van de natuur.
"Kijk eens", zei ze omhoogkijkend naar de wuivende groene bomen in een blauwe lucht, "dat is toch prachtig."
En nu -eind september- wandel ik hier alleen op mijn helemaal vrije woensdag. Geen enkele tijdsdruk, want Petra haalt straks de meiden uit school. Alle tijd om grote lussen te maken en mijn melancholisch gemoed de ruimte te geven. Bovendien schijn je door regelmatig het vroegste zonlicht te plukken, serotonine aan te maken. En serotonine, het gelukshormoon, beïnvloedt je hele lichaam, van je humeur en emoties tot het functioneren van je spieren. Dus was ik al vroeg op pad.
Bijna 60, de herfst trapt af. Maar de nazomer geeft niet op. Wat dat betreft lijken de seizoenen met me mee te groeien.
De verbondenheid van de natuur en geschiedenis hier doet zich gelden. Als ik 3 x diep inhaleer, ruik ik zowaar ossenstaartsoep.
Nog steeds klein-Canada. Groter zelfs dan vroeger. Op een infobord lees ik dat alhoewel hier geen strand of woestijn is, er wel duinen zijn. In de laatste ijstijd blies de wind zandkorrels uit de droge oerbedding van de Maas oostwaarts. Zo ontstonden hier soms wel 5 meter hoge zandverstuivingen. Omdat hun vorm steeds verandert en het zand zich nu nog steeds verplaatst, moeten de planten die erop groeien ook mobiel zijn. Prachtig hoe hier de natuur gewoon meewandelt. En helemaal goed dat voor de Brunssummerheide en Teverener Heide hier letterlijk de weg wordt vrijgemaakt om naar elkaar te groeien.
Na een grote lus nieuw ontdekte zandduinen keer ik terug op mijn jeugdige schreden, langs de NATO Airbase Geilenkirchen. Net klein Amerika, met haar hekken en camera’s. Een staaltje overdreven machtspolitiek die vroeger misschien iets van rechtvaardiging vond maar niet meer van deze tijd lijkt. Waarom moet er nog met grote kerosine slurpende schotel-boeings rondgevlogen worden als er met satellieten ingezoomd kan worden op ieder verborgen hol om er daarna drones op af sturen?
Threat Level : Zero zegt een bordje bij de gesloten West Gate. Ik wandel met een gerust hart verder.
De natuur laat zich sowieso niets gelegen aan de drukte aan de andere kant van de hekken. Zelfs het geronk en geblaas van de Boeing motoren wanneer zo’n ding zich staat op warmen om de lucht in te gaan, deert een kudde schapen nauwelijks. Met Ma ben ik eens door waarschijnlijk diezelfde kudde omringd. Ze kwamen ons tegemoet en we konden nergens uitwijken. Stilletjes stonden we te kijk. Niet dat de schapen vreemd van ons opkeken, vertrouwend op hun voorgangers en uiteindelijk op de herder met zijn honden, houden ze hun ogen toch vooral gefixeerd op de vegetatie.
Al heb ik niets met schapen of honden, zo aan de wandel in de Wigge Wagge als herder, in je uppie maar toch ook samen, lijkt me heerlijk. Al ben ik bang dat het Threat Level snel opgeschaald zal worden nu het blauwtong-virus om zich heen grijpt.
Wigge Wagge. Er zit beweging in die naam, mobiliteit inderdaad, maar ook iets van wikken en wegen, iets van lekker ronddwalen, in natuur en in gedachten. Met recht een goed gekozen naam voor een bijzonder stukje natuur.
Prachtig geschreven weer Raf en prachtige foto's! Ik geniet elke keer weer opnieuw van je verhalen en kijk alweer uit naar je volgende blog :-)