top of page
Zoeken
  • Raf

Terziet (of niet)

3 juni 2020


In onze herontdekkingstour Zuid-Limburg reizen we vandaag af naar Terziet voor een mooie wandeling.

Oma Gries en Nonk Sjef wandelen mee. Nonk Sjef is de broer van Oma Gries, de moeder van Petra. Hij woont al zijn halve leven lang in een eeuwenoud vakwerkhuis in Terziet. Op het erf parkeren we de auto.

“Wat is hij oud geworden”, zegt Rosa onder de indruk van zijn gebruinde hoofd en contrasterende witgrijze lange haren die (Corona) lang geen kapper gezien hebben.

“Hoe oud denk je dat Nonk Sjef is?”, vraagt Oma Gries lachend.

“200?”, antwoordt Rosa voorzichtig.

Terziet is eigenlijk niet meer dan een lange slingerende straat met hier en daar een vakwerkhuis, boerderij of vakantiewoning. Naast het huis van Nonk Sjef, staat het ouderlijk huis van beiden, waar Nonk Sjef de eerste helft van zijn leven woonde. Een boerderij inmiddels omgebouwd tot een 4-tal vakantieappartementen. In de voortuin een enorme wilg die Nonk Sjef, een jungske nog, als stokje in de grond geplant heeft.

Even verderop, tussen de bomen verscholen een prachtig kleurrijk huis, daar woont Nonk Louis.

Daartegenover een Maria-kapelletje waar de meisjes een kaarsje opsteken. Nonk Sjef heeft de sleutel van de collectebus en de inhoud die soms verrassend hoog is, draagt hij wekelijks af aan de stichting ter behoud van het kapelletje.

We klimmen een Alpenwei omhoog. Oma, het panorama genietend, struikelt over een graspol. Ze weet zich met een paar kleine tussenstapjes nog net in de armen van Petra te gooien. Verschrikt hangen de dames verstrengeld in elkaar. “Ho ho, anderhalve meter!”. Verschrikt maken ze zich los.

Ik vraag aan Nonk Sjef hoe hij deze dagen doorkomt.

Zijn wandelclubje maakt pas op de plaats. En alleen wandelen is minder leuk. Bovendien zegt hij, is het leukste aan een wandeling juist de pauze. In een café of op een terrasje. En zolang die dicht zijn...

Gelukkig hebben we een rugzak vol lunchproviand. We stallen alles uit op een tafel met bankjes boven op de alpenwei met uitzicht op het kasteel van Beusdaal aan de ene kant en op de Vijlenerbossen aan de andere kant.

Verzadigd bollen we terug via weides vol bloemenexplosies, wuivend tarwe en net ingezaaide maïs. Nonk Sjef wijst de boom aan waar hij een paar dagen eerder nog een uilenjong zag zitten.

Tussen de koeien door naar beneden, de straat over en we zijn terug bij Nonk Sjef.

In de schaduw van de appelboom drinken we een glas koud water. De dametjes spelen verstoppertje terwijl wij de pluksla en kruisbessen (kroesjelen) inspecteren die nog net niet rijp genoeg zijn.

Leven op een postzegel, allesbehalve gelikt maar o zo gezegend.

Doen we het of niet hier in Terziet?

“Maastricht is wel ver weg”, aarzel ik.

“We moeten het komende jaar toch thuiswerken. Dan beginnen we ook alvast een kleine bed and breakfast. Ik kook, jij kunt stofzuigen en af en toe wat schrijven”, stelt Petra voor. “Reina zeurt al weken om een huisdier. Hier nemen we een hond, kat, kippen, konijn en een paardje in de stal.”

Vorige week woonden we zo al bijna in Waterval.

Benieuwd waar we volgende week gaan wonen.


46 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Ontbijt

Onderweg

bottom of page