Net mijn broodnodige rustmoment gepakt op de ligstoel, kwam Rosa met dikke tranen op haar wangen aangerend over de toch al natte tegelvloer van het binnenzwembad.
Heerlijk hoor, zo'n paar dagen met de familie in een vakantiepark aan de Mosel, maar tijd voor jezelf krijg je pas als de kinderen slapen. En dat gebeurt met zijn allen in zo'n vakantiehuis natuurlijk niet op de gebruikelijke tijd. Dus dacht ik na zo'n 87 keer Rosa van mijn schouders te hebben laten duiken, even een time-out te nemen.
"Reina en de andere meisjes pesten mij!" kwam er tussen de snikken door uit.
"Hoezo schatje, wat doen ze dan?"
"Ze zeggen 'meisje' tegen mij."
"Ja maar dat ben je toch ook?"
"Nee! Ik ben een meisje en soms ook een jongen."
"Papa en mama weten dat, maar verder weten niet zo heel veel mensen dat."
"Maar Reina wel! Die weet ook dat ik een josje ben."
"Een josje?"
"Ja, dat heeft Maxim gister bedacht, jongen-meisje, josje.", zei ze nog steeds boos maar nu ook met een vleugje trots.
Een josje! Hoe simpel en raak kun je het bedenken? Prachtig gevonden van neefje Maxim.
"OK josje kom op, trek je niks van die meisjes aan. Droog je tranen, dan gaan we verder met duik 88."
Rosa worstelt al heel wat jaartjes met haar identiteit. Althans zo duid ik haar bij tijd en wijle rebelse gedrag. Daar waar Reina altijd in de weer is met anderen, is Rosa vaker in zichzelf gekeerd. Zeker, ze heeft vriendjes, en zelfs een paar vriendinnetjes, maar net zo lief zit ze op haar iPad. Voetbalspelletjes spelend of Brobbey-filmpjes tiktokkend, kan ze uren doodslaan. En ook dat is misschien niet heel afwijkend van andere kinderen van haar leeftijd, maar het lijkt mij soms alsof ze door ons, door de school, door de maatschappij, in een patroon gedwongen wordt waarin ze niet zichzelf kan zijn, waarin ze zich eenzaam en niet begrepen voelt en dat ze juist in die digitale wereld waarin alles mogelijk is, opleeft als josje.
Een paar dagen later zag ik Happy Days van Het Nationale Theater in AINSI. Een stuk van Beckett over eenzaamheid, ouder worden, iedere dag een beetje meer sterven. Een vrouw, Winnie, zit tot aan haar middel vast in een berg zand (in het leven, in rolpatronen?), naar het lijkt al een eeuwigheid. Mijmerend over vroegere tijden tegen haar (dode?) man Willie, zakt ze er steeds dieper in weg. Haar aanvankelijke optimisme maakt plaats voor teleurstelling.
Vooraf sprak ik acteur René van 't Hof, die Willy speelde. Over het stuk, over hoe actueel de tekst -60 jaar geleden geschreven- is nu zoveel mensen angstig en teleurgesteld vast zitten in onze huidige wereld. En over hoe je daar tegen aan kijkt en mee omgaat mede bepaald wordt door het aantal jaren dat jezelf op je teller hebt staan.
"Hoe oud ben jij?", vroeg René.
"58, maar (en om de een of andere reden roep ik dat steeds er achter aan) heb wel twee meiden van 9 en 7 jaar die me in beweging houden."
René veerde op, "Grappig, ik kom niet zo heel vaak meer iemand tegen die ook op latere leeftijd vader is geworden. Ik ben 67 en heb er drie, van 12, 10 en 9."
En al snel wisselden we de herkenbare plaagstoten van de kinderen uit: "Pap je bent net een opa. Je bent echt de oudste aan school als je ons komt ophalen. Pap, je hebt rimpels en van die zakken onder je ogen. Hangbuikkie, ik zie weer meer grijze haren Pap, en je tanden zijn geel."
Het is ook allemaal best vermoeiend rond je 60e, beaamden we. Je lichamelijke piek is al lang voorbij, je gewrichten worden stijver en je hersteltijd langer.
"Eigenlijk ben ik gewoon veel te laat vader geworden. Prachtig hoor die ontwikkeling en groei mogen meemaken en hier en daar beetje bijsturen, maar ze moeten ook gewoon eens hun bek houden", knipoogde hij. Toen wachtte de soundcheck. Helaas, we kwamen net op stoom.
Na afloop, aan de bar rond kwart voor elf, was er veel om over na te praten, want net als bij een abstract kunstwerk zag iedereen zijn/haar eigen kaders in Happy Days. Ik zag mijn moeder wegzakkend in dementie, ik zag Rosa worstelend met haar/zijn gender, ik zag me zelf bij vlagen steeds neerslachtiger en moedelozer wordend in deze barre tijden.
René wilde echter liefst zo snel mogelijk naar huis.
"De chauffeur staat al te wachten, het is nog een hele reis terug naar Amsterdam. En de kinderen hebben vakantie, dus dan weet je het wel."
Ik, na die vermoeiende Moseldagen omlijst met Riesling en Hefeweizen vastend aan de cola, bood hem toch een drankje aan.
"Mag ik zo'n 0,0 biertje meenemen voor onderweg?"
"Tuurlijk, geen probleem" en ik gaf hem een flesje alcoholvrij mee.
"Succes met je meiden" klopte hij me op de schouder.
"Insgelijks René, geniet van je biertje en pak die rust in de auto."
Josje, nog jong en flexibel, die duikt steeds opnieuw het leven in, dacht ik op weg naar huis, maar bestaat er geen praatgroepje voor oudere papa's die worstelen met het leven? De Oupa Loupa's?
Antoinette Jelgersma en René van 't Hof in Happy Days. Foto: Sanne Peper
Comentários