"En? Heb je toch nog een paar mooie dromen gehad?", vroeg ik Reina aan het ontbijt.
’s Nachts was ze onze slaapkamer binnengevallen, ze had eng gedroomd en kon niet meer slapen. Petra blies een paar lieve gedachtes in haar oren en ze was al snel terug de zolder opgestommeld.
Vanochtend wilde ze er niet over praten. Niet over wat nu precies die enge droom geweest was en ook niet over wat die veroorzaakt zou kunnen hebben.
"Misschien kwam het wel door die kat die dood op de weg lag en met het hoofdje helemaal plat en kapot door de auto’s die erover heen gereden waren", opperde Rosa monter. Ze kneep haar sneetjes brood hard op elkaar en likte aan de uitdruipende chocopasta.
"Nee", schreeuwde Reina, "ik wil het er niet over hebben." Haar ochtendhumeur was nog niet opgeklaard.
"Wat? Een dode kat op straat?", vroeg ik.
"Ja, toen we met mama terugfietsten van de renwedstrijd gistermiddag. Dat was best eng, die dode zwarte kat op straat. Hadden we die niet moeten oppakken? Of het ziekenhuis bellen?"
"Oei, ja dat is eng. Maar er zal vast wel iemand een dierenambulance gebeld hebben, die zal wel al onderweg zijn geweest, denk je niet?"
"Ik hoop het wel. Maar ik zat te denken, misschien moet ik later een soort dokter worden die dan weer alles kan maken. Dat ik een nieuw hoofdje maak en misschien ook andere botten om de kapotte te vervangen. En dat ik dan ook kattenhersens heb in zo’n potje, die ik dan weer in dat hoofdje kan zetten. En dan als het nodig is, een nieuw hartje, en dan nieuwe bloedleidingen, die maak ik dan aan elkaar en ook de spieren en dan pomp ik alles weer aan de gang."
"Een soort chirurg Rosa, die doet dat soort werk. Moet je wel flink voor studeren, maar is een prachtig beroep."
"Ja, en als ik het goed kan dan leer ik het ook aan mijn collega's (bijzonder woord voor een 8-jarige vind ik) en dan kunnen die het ook en dan kunnen we samen een heleboel dieren en misschien ook wel mensen weer levend maken."
"Goed plan, lieverd, en weet je wat, dan kunnen je collega's jou ook weer levend maken als jij onverhoopt dood gaat."
"Oh ja!", zei ze verrast.
Haar glimlach veranderde in een frons terwijl ze nog even doordacht.
"Maar pap, ik vind het ook wel een beetje eng, dat bloed en zo. Misschien kan ik beter kapper worden."
"Ook een mooi beroep Roos, maar dan moet je wel iedere dag haren wassen van alle mensen, en jij hebt er al zo’n hekel aan om je eigen haren te wassen."
"Oh ja, dat is waar. Dan misschien bouwvakker en architect (ook niet standaard in het vocabulaire van een 8-jarige). Dan kan ik knutselen en tekenen."
"Ik wil atlete en muzikant worden", mengde Reina zich nu in het gesprek.
"Oei, dat lijkt me een moeilijke combinatie. Heel veel sporten, gezond leven en op tijd naar bed om atleet te worden, maar ’s avonds begint je dag eigenlijk pas als saxofonist. Dan moet je gaan optreden in concerthallen of theaters en kom je pas midden in de nacht in je bed. Dat is niet te doen. Ik zou er één kiezen en de ander als hobby houden."
"Hmm." Ze zuchtte. "Mag ik de hagelslag?"
En zo werden aan de ontbijttafel naar aanleiding van een enge droom ook een paar mooie dromen de kop ingedrukt.
Wat heerlijk geschreven weer Raf 😍 alsof ik er zelf bij zat aan tafel!