top of page
Zoeken

Zomer 2020 - Het jonge Schaap en De reiger

Raf

“Nee hoor, echt niet druk nu. Op een normale zondag worden busladingen toeristen uit Amsterdam naar hier gedeporteerd. Die willen ze in Amsterdam niet meer, loopt echt de spuigaten uit daar. Maar ja, met die Corona nu is het echt een stuk minder.”

Wij vonden het desalniettemin best druk. Maar mevrouw, een vrijwilligster in de houtzaag-molen, had inderdaad alle tijd om met ons een gesprek aan te knopen.

Reina stelde ook de juiste vragen.

“Mevrouw, hebt u die boom omgehakt?”, wijzend op de boomstam die op windkracht de molen in werd getakeld.

“Nee, dat hebben andere mensen gedaan aan de andere kant van het land. Een jaar geleden al. De stammen liggen dan een jaar in het water hier om de spanning eruit te laten.”

“Spanning uit de boom?”, vroeg ik.

“Ja, kijk, tegenwoordig wordt een boom omgezaagd en direct in planken gezaagd. Daar is de spanning nog niet uit en dus trekken die krom. Moet je maar eens op letten als je in de bouwmarkt staat.”

“Klopt!”, zeg ik verrast, “we hebben pas onze balkonbalustrade moeten vernieuwen, maar kon nauwelijks rechte planken vinden daar.” Ze wees me op de jaarringen op de kop van zo’n plank. Zo kun je lezen of de plank van buitenkant van de boom is gezaagd, of van binnen. Op de buitenste planken staat veel meer spanning.

“Oh, maar was die boom al erg oud en deed dat geen pijn?"

“Ik denk zo’n jaar of 80, en nee hoor, ik denk niet dat die boom daar veel van gevoeld heeft. En er zijn direct nieuwe jonge boompjes geplant.”

Omdat er nu toch plots een elektrische zaag aan te pas kwam en we elkaar niet meer konden verstaan, nodigde ze ons uit mee naar buiten te komen.

“Een elektrische zaag, dat kan toch eigenlijk niet?”

“Ach ja, soms moet je de vooruitgang toelaten. Kijk, vroeger toen er nog geen molens waren, werden de bomen met de hand gezaagd. Toen dit soort molens ontwikkeld werden, gingen die zagers direct in staking. Dachten dat ze hun werk zouden verliezen. Maar weet u, mensen zijn altijd bang voor vooruitgang, bang dat ze iets verliezen, hun werk bijvoorbeeld terwijl vooruitgang juist steeds weer nieuwe mogelijkheden biedt.”

“Waarom lopen er hier kippen?”

“Nou, kom maar eens kijken. Die kip heeft eieren gelegd waaruit een paar dagen geleden kuikentjes zijn gekropen.”

En zo kregen we een exclusieve rondleiding door de tuin.

“Wat staat er op dat bord daar papi?” toen ze kuikentjes wel gezien had.

“Het jonge Schaap, zo heet de molen.”

“Waarom heet die jonge schaap?”

“Nou, die is genoemd is naar een jong klein schaapje”, dacht ik ook eens iets uit te leggen.

“Nee”, zei de mevrouw. “De originele molen, deze is een replica, stond een paar kilometer verderop langs de Zaan en was van de zoon van de heer Schaap. In 1680 gebouwd en in 1942 afgebroken."

“En wat is dit?” Reina wees naar een palingrook-oven.

“Tja, die oven is van een collega die normaal op events en festivals gerookte paling verkoopt. Maar nu ook die hele business stil ligt, staat de oven hier. Soms gebruiken we hem voor een personeelsfeestje.”

Ik legde uit dat we ook in de theaterwereld stil liggen en dat het nog maar afwachten is hoe het najaar verloopt.

De wind draaide en dus moesten ook de wieken gedraaid worden. Bovendien stonden er weer nieuwe gasten te wachten op uitleg.

Met een “Laten we hopen dat de Coronawind binnenkort gaat liggen, dan kunnen we beide weer volop aan de slag” namen we afscheid.

Nu hadden we trek in gerookte paling.

 

“Hoorde ik daar gerookte paling? Nou dan ben je aan het goede adres hier.

De meute blijft altijd op de Dijk daar, fotootje maken in klederdracht, portie kibbeling, biertje in een van die vele kroegen daaro, maar hiero, net buiten die gekte vind je de heerlijkste paling.”

“Ok, dan sluit ik achter jou aan.”

Hij keek me dwingend aan.

“Denk erom, anderhalve meter! Niet te dichtbij.”

“Tuurlijk, geen probleem” zei ik. “Dus u komt hier vaker?”

“Kom hier al jaren, iedere dag ff voorbij vliegen. Voor de beste paling.”

“Een kenner dus? Aangenaam, ik ben Raf. Met wie heb ik het genoegen?”

“Met RZN”, zei hij.

“RZN?”

“Ja, Reiger Zonder Naam. Zijn er veel van hier, maar ik ben wel uniek.”

“Dus ik sta hier achter een bekende Volendammer?”

“Ja, dat mag je wel zeggen ja. Ik sta op veel familie portretten.”

“Oh, zou je dan ook met ons op de foto willen?”

“Vlieg op zeg, ik heb pauze, sta hier nu al een half uurtje op mijn beurt te wachten. Straks over een half uurtje ben je de eerste.”

“Tja, dan zijn we alweer weg hoop ik. Maar geen probleem, ben zelf ook niet van die selfies. Zodra ik mijn paling heb, wil ik snel naar een rustig strandje.”

“Dan zal ik je een tip geven, rij stukkie door naar Monnickendam, daarachter ligt Hemmeland, rij door naar de laatste parkeerplaats, P4 en loop dan naar Strandvier. Een relaxte strandtent met een leuk klein strandje voor die koters van je.”

Hop, daar werden een paar stukken paling naar buiten gegooid. RZN hapte onmiddellijk en gulzig toe.

Hij liet een boer. “Palingsound” gniffelde hij.

“Nou, veel plezier nog” en hij vloog op.


Strandvier

42 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Hoop

ความคิดเห็น


bottom of page